“Wie doet dat?!”
“Dan zie je allemaal moedertjes met hun sportlegginkje”
“Op een gegeven moment is de koek op”
“Best een klap van gehad”
“Als jij vindt dat je dat moet doen, prima”
“Ik ben er gek op!”
“Waar ben je in godsnaam mee bezig?”
“Ik haal het nét niet”
“Ben je gek?!”
“Het lijkt me ontzettend leuk!”