Kees Stevens vertelt in Party dat mensen het vaak gek vinden dat, zowel hijzelf als zijn partner John de Bever, tegenwoordig aparte kleedkamers vragen. Niet omwille van onderlinge problemen bij het paar maar wel omwille van praktische redenen, zo licht Kees toe.
“Ik ga altijd om één uur al naar het theater, zodat ik een beetje kan buurten met de mensen die daar werken”, gaat Kees van start. “John komt ’s middags rond een uur of drie, vier bij het theater aan en wil een bank in zijn kleedkamer waar hij op gaat slapen.”
In de kamer van John zou “rust” dan ook het belangrijkste sleutelwoord zijn, terwijl het bij Kees eerder “ambiance” is. “De visagie zit bij mij in de kleedkamer, de mensen van de kleding, gastartiesten: het is altijd een zoete inval.”
Kees omschrijft het eerder als volgt: “John doet wat hij moet doen. Hij is rustig, nors en moet rust hebben. Maar ik maak er een feestje van.”